Tot 6 juni 2006. Dat was de ommekeer. Ik had het eerst niet
door. Ik trapte er met open ogen in. Een groepje van 66 mensen stond die
ochtend in alle vroegte klaar om mij te laten zien wie er het sterkst was.
Peulenschilletje dacht ik. Daar vergiste ik me in. Maar liefst 61 man haalde me
die dag zes keer onderuit. Ik wist niet wat me overkwam. Ik was er ziek van en
dat voelden ze. Ze beloofden het jaar daarop terug te komen met nog meer
energie en mankracht. Ik lachte het weg. Dat konden ze niet menen.
Twaalf maanden later trokken ze weer ten strijde. Ik was
gewaarschuwd. Niemand kwam ongeschonden uit de strijd, beloofde ik mezelf. En
weer was mijn zelfkennis ver te zoeken. Ze flikten het wederom. Sommigen lieten
me zelfs zeven keer alle hoeken en bochten zien. Ik duizelde. Hoe kon me dit
gebeuren? Ik negeerde het. Dit kon gewoon
niet. De jaren volgden. Jaren van vernedering. Ik was niet meer onoverwinnelijk. Mijn gloriedagen waren geteld. Ik wist me geen raad. Tijdens mijn jaarlijkse winterslaap werd ik regelmatig zwetend wakker. Het zat me niet lekker, ik ging op onderzoek. Ik kwam tot de ontdekking dat al deze mensen gebruik maakten van een ‘drive’; een gevoel van onmacht die met veel training en doorzettingsvermogen om werd gebogen naar energie en strijdlust. Mijn ogen gingen open. Deze mensen hadden iets meegemaakt waardoor zij hun oerkrachten konden aanboren.
Ik vond mezelf nog steeds een niet te kloppen statement maar
kreeg stiekem ook sympathie voor mijn uitdagers. Daarom laat ik ze nu elk jaar
in juni bezit van me nemen. Deze week mogen ze me weer bekladden met heldennamen,
volhangen met spandoeken en zelfs uitlachen. Ik sta het allemaal toe. Ik ben me
er namelijk terdege van bewust dat het gevoel van strijd leveren nodig is om te
kunnen overleven als kanker je wereld binnendringt. Toch blijf ik mezelf. Ongenaakbaar
zal ik zijn. Onoverwinnelijkheid zal ik uitstralen. Rauw zal ik ze lusten. Maar
ook – en dit blijft tussen ons – zal ik stiekem een procentje buigen voor al
die krachtpatsers die met mij de strijd aangaan. Samen winnen we van kanker!